7 november 201809:40
Door Remco
Paul de Brabander is als referee in chief druk bezig met de werving van nieuwe scheidsrechters. In de nieuwe rubriek The Referee's Crease schrijft hij maandelijks over het vak van scheidsrechter, zijn persoonlijke ervaringen en waar hij mee bezig is. In deze aflevering gaat hij in op het feit dat er bij het ijshockey niet twee, maar drie teams op het ijs staan.
Veel mensen denken dat bij een ijshockeywedstrijd twee teams betrokken zijn, maar dat is niet zo. Er is ook nog het team van de scheidsrechter en de linesmen. Als die drie teams het samen goed doen op het ijs, dan wordt het ijshockey beter. Er zijn echter wel de nodige verschillen tussen deze drie teams. De scheidsrechters en linesmen komen uit alle hoeken van het land, hebben geen eigen ijsbaan, trainen tijdens de week niet gezamenlijk zoals de clubs dat doen.
Referee’s moeten dat thuis zelf doen, met ondersteuning van hun supervisors. Ze moeten zelf een abonnement voor de sportschool aanschaffen, zelf hun uitrusting kopen en zelf naar wedstrijden rijden. Dat is de reden waarom scheidsrechters een onkostenvergoeding ontvangen, al is die zeker op lagere niveaus niet genoeg om de kosten te dekken.Er zijn nog meer verschillen. Het team van scheidsrechters en linesmen mag eigenlijk geen fouten maken, want dat wordt veel minder geaccepteerd dan wanneer spelers fouten maken. Dat zou ik graag anders zien, want alle drie de teams op het ijs zijn bezig om het ijshockey beter te maken.
Nog een verschil: de samenstelling van het team van referees wisselt steeds. Dat kan ook, omdat vrijwel alles wat scheidsrechters en linesmen doen aan procedures is gebonden. Overal ter wereld wordt volgens dezelfde procedures gefloten. Dat is de reden dat je drie officials uit verschillende landen bij elkaar kunt zetten tijdens kampioenschappen en ze direct met elkaar kunnen werken. Al helpt het natuurlijk wel als je elkaar goed kent. Dat geeft vertrouwen.
Het team van scheidsrechters en linesmen ondersteunt elkaar tijdens de wedstrijd waar mogelijk, maar dat is niet altijd makkelijk. De regels schrijven bijvoorbeeld voor dat een linesman alleen bij major straffen mag ondersteunen. Bovendien is het tijdens de wedstrijd lastig om contact met elkaar te houden. De linesmen moeten elkaars taken overnemen en houden voortdurend beeld en geluid met elkaar, maar als referee ben je redelijk stand-alone. Alleen als het spel stil ligt is er soms ruimte voor overleg.
In de kleedkamer in de pauze is daar meer tijd voor, al verschilt dat per wedstrijd. Soms, als de situatie het toelaat, is er ruimte om te lachen. Maar het is ook het moment om elkaar te sturen en te verbeteren. Dan kan een ervaren linesman iets zeggen tegen een minder ervaren referee of andersom. Scheidsrechters en linesmen coachen elkaar op dat soort momenten. Dat hoort ook bij teamwork.
Paul de Brabander is referee in chief van IJshockey Nederland. Zelf scheidsrechter worden? Mail hem op [email protected]. Op dat adres kun je ook terecht met vragen. Wie weet komt jouw vraag aan bod in de volgende aflevering van Referee's Crease.