WK Tallinn 2016 Theo

3 oktober 201709:56

Door Joep Meijsen

Zes vragen aan: Theo van Gerwen

Onlangs werd bekend dat Doug Mason terugkeert als bondscoach bij de nationale ploeg. IJshockey Nederland sprak met technisch directeur Theo van Gerwen van de ijshockeybond over de keuze voor Mason, de nieuwe aanpak bij de nationale teams, de talentopleiding in Nederland, de ontwikkelingen binnen het vrouwenijshockey en de ambities richting de toekomst.

1. Waarom is de keuze op Doug Mason gevallen als opvolger van Chris Eimers?

'De zoektocht naar een nieuwe bondscoach begon op het moment dat Chris aangaf dat dit zijn laatste seizoen zou worden bij het mannenteam. Dat is geen makkelijke klus. Je zoekt iemand die het Nederlandse ijshockey snapt en kent en die als coach van een hoog niveau is. Daar zijn er niet veel van. Tijdens het WK in Belfast was Doug aanwezig en hebben we veel met elkaar gesproken over bijvoorbeeld de filosofie rond nationale teams. Op dat vlak zitten we echt op Ă©Ă©n lijn. Natuurlijk moest hij nog toestemming krijgen van zijn club Graz, maar dat kwam op tijd binnen. Het klopt natuurlijk dat hij al een paar keer eerder bondscoach is geweest, maar gezien de mogelijkheden van de bond op dit moment is hij een geweldige keuze. Niemand ter wereld snapt beter hoe het Nederlandse ijshockey in elkaar zit en kan zo goed coachen als Doug. We hebben wel naar andere opties gekeken, bijvoorbeeld in Zweden. Dan kun je iemand een paar keer per jaar laten overkomen en met de nationale teamprogramma's laten werken. Maar dat heeft ook weer grote nadelen. Doug krijgt met Josh Mizerek, Mike Nason en Bo Subr bovendien drie sterke assistenten die ieder een eigen rol krijgen en wekelijks de spelers in de Beneliga en de Oberliga in actie zien. De selectie zoals die gemaakt is, is ook niet gesloten. Spelers die goed presteren kunnen worden toegevoegd.'

Niemand ter wereld snapt beter hoe het Nederlandse ijshockey in elkaar zit en kan zo goed coachen als Doug

— Theo van Gerwen

2. Je praat over de filosofie rond nationale teams. Hoe moet die anders?

'Dit is iets waar Doug en ik heel veel over gesproken hebben. Hoe lastig het ook is in het Nederlandse ijshockey, er moet gewoon op een andere manier gedacht worden over spelen in nationale teams. Van de allerjongsten tot aan het mannenteam aan toe. Dat moet met ziel en zaligheid gebeuren, met hart voor Oranje. Een WK is geen vakantie, maar een hoogtepunt in je loopbaan. Daarvoor is een cultuurverandering nodig. Het gaat er bij Oranje niet meer om om de beste spelers te selecteren, maar juist het beste team. In de selectie richting het WK in Tilburg hebben we een behoorlijke verjonging doorgevoerd. Het is nu een combinatie van jongere jongens met wat spelers die hooguit eind twintig zijn waar we de komende jaren mee kunnen gaan bouwen. Niet alleen ijshockeytechnisch, maar ook dat commitment aan Oranje. Daar werken we vanuit de jeugd aan.'

3. Dat klinkt allemaal goed, maar is dat ook realistisch gezien het feit dat de beschikbaarheid van Tilburg-spelers altijd maar afwachten is?

'Ik heb al vaker gezegd dat het spelen in de Oberliga Ă©cht heel mooi is voor Tilburg, maar problemen oplevert voor de nationale ploeg. Dat probleem wordt nog wat versterkt doordat betere Nederlandse spelers van elders ook bij Trappers tekenen. Gelukkig hebben we het dit jaar zo kunnen regelen dat voor het wereldkampioenschap in Tilburg alle spelers beschikbaar zijn, maar volgend jaar is het inderdaad weer afwachten. Daar zijn we overigens niet passief in. We praten met de IIHF over het later plannen van WK's en met de Oberliga over het vroeger spelen van de play-offs. Ook zijn er gesprekken over Tilburg in de DEL 2. Daar is het seizoen sowieso eerder afgelopen. Voor de ontwikkeling van jonge spelers is het spelen tegen de betere teams uit de Oberliga alleen maar goed. We nemen nu dan maar het risico dat ze volgend jaar niet beschikbaar zijn, maar het is een brede selectie van veertig spelers met ook veel spelers uit de Beneliga. Het blijft een lastige situatie waar we een permanente oplossing voor moeten vinden. Als die voor handen is.'

We werken aan talentontwikkeling, maar we bouwen ook aan generaties

4. De oplossing ligt uiteindelijk in veel meer doorstroming van talent van onderaf, dat ook ontwikkeld wordt. Hoe werkt de ijshockeybond hieraan?

'Toen ik vijf jaar geleden begon, nam ik mijn ervaring uit Tilburg mee. Ik had de indruk dat men bij de nationale jeugdteams soms niet wist wie er allemaal rondschaatsten in Nederland. Daar moesten we wat aan gaan doen. Op jongere leeftijd talenten gaan zien en ondersteunen. Dat heeft geleid tot de oprichting van talentontwikkelingsteams voor U16, U14 en nu ook U12. Daar werken we, zoals de naam al zegt, aan talentontwikkeling. Maar we bouwen ook aan generaties. Groepen spelers van dezelfde leeftijd die regelmatig bij elkaar komen, met elkaar optrekken en een band krijgen met elkaar en het nationale teamprogramma. Daarbij beginnen we bij de jongste jeugd met een heel brede groep spelers. We bieden complete programma's, waarbij we met alle teams proberen ook minimaal drie toernooien te spelen om te kunnen zien hoe spelers zich technisch, fysiek, maar ook mentaal ontwikkelen. Daarnaast hebben we de afgelopen jaren ook hard gewerkt aan de opleiding van trainers en coaches. Inmiddels staat er een structureel opleidingsprogramma met 4 niveaus, allen gecertificeerd door NOCNSF. Het is vitaal dat bij de clubs mensen met de juiste achtergrond en vaardigheden op het ijs en in de bank staan. Die een goed jaarprogramma kunnen draaien. We doen binnen onze mogelijkheden wat we kunnen om talent in Nederland zo goed mogelijk verder te helpen.

Natuurlijk gaat iedere speler in zijn ontwikkeling uiteindelijk zijn eigen weg. Zo zien we veel jonge spelers naar Duitsland vertrekken. Dat vinden wij prachtig, want daar kunnen ze, zeker de allerbesten, verder groeien. Met die spelers proberen we afspraken te maken over meedoen in nationale teamprogramma's, waarbij het logisch is dat niet alles te combineren is. Die spelers moeten op hun beurt laten zien dat ze in teamverband kunnen functioneren en daar ook een positieve rol in kunnen spelen. Bij de spelers waar we vijf jaar geleden mee zijn begonnen, zit echt een brede groep spelers met veel talent. Je ziet dat spelers meer moeite moeten doen om geselecteerd te worden en dat is alleen maar goed.'

5. Die ontwikkeling stopt niet in de jeugd. Wat moet er gebeuren om spelers ook de volgende stap te laten maken?

'De programma's gaan natuurlijk door naar de teams die WK's spelen, de U18 en de U20. Maar de uitdaging ligt vooral ook bij de clubs in de Beneliga. Dat spelers in een omgeving terechtkomen waar ze zich verder kunnen ontwikkelen met voldoende wedstrijden, voldoende trainingen en met goede coaches. De Beneliga hoeft geen profcompetitie te worden, maar het is wel de hoogste liga in Nederland en de clubs moeten wel ambitie hebben in de organisatie. Serieus ijshockey met een topsportmentaliteit. Je ziet gelukkig dat steeds meer teams dat goed oppakken, maar ook dat daar soms nog te nonchalant mee wordt omgegaan. In het verleden deden Nederlandse jeugdteams het niet altijd even goed, maar op seniorenniveau kon Oranje veel beter meespelen omdat jonge spelers bij hun clubs met goede imports speelden in een competitie van goed niveau. Die ontwikkeling zie je nu bijvoorbeeld in Roemenië. De clubs daar hebben stappen gemaakt en spelen op een hoger niveau en dat zie je direct terug in het niveau van de nationale teams.' Naast de talent ontwikkelingsteams en nationale teams, zijn we ook hard aan het werk met regionale trainingscentra. In Dordrecht, Heerenveen en Tilburg zijn deze op dit moment gehuisvest. Er liggen nog opties om dit uit te bereiden. De kracht van het RTC wordt nu nog onderschat. Hier kunnen jonge spelers meer trainen en beter trainen. Met sterke trainers en centraal met meerdere betere spelers. De opzet is dat spelers centraal trainen en bij hun club blijven spelen. Belangrijk is dat we de RTC’s nog sterker maken en nog toegankelijker. Willen we doorgroeien met onze nationale teams en met onze talenten dan zijn de RTC hier een belangrijke schakel in. Dit heeft natuurlijk te maken met, net als met alle andere topsportprogramma’s financiële mogelijkheden. Voor nu presteren we geweldig met de beperkte middelen die we hebben.'

Het Nederlands vrouwenteam is een voorbeeld van commitment aan een programma

— Theo van Gerwen

6. Dit jaar is er voor het eerst ook een U18 team bij de vrouwen. Wat zijn de verwachtingen daar?

'Het was echt al heel lang een wens om met zo'n team te beginnen, maar daar hoort een heel begeleidingsteam bij en die mensen moet je maar zien te vinden. Dat is nu gelukkig gelukt Alf Philippen is de coach, met oud-spelers Moors en Martens als assistenten. Er zijn twee materiaalmannen en een fysio. Claudia van Leeuwen gaat aan de slag als goaliecoach. Jenny Goessens is de teammanager, die echt geweldig werk doet in de organisatie van dit team en het vrouwenijshockey in het algemeen. Het team is twee weken geleden in juni met een brede groep begonnen aan de voorbereiding op de kwalificatie voor WK's die eind januari in Mexico beginnen. Ik verwacht dat de definitieve selectie eind oktober bekend wordt. Er zitten echt een paar heel leuke talenten bij en ook in de groep daaronder zitten meisjes met veel potentieel. Die zijn nog te jong om mee te mogen spelen, maar kunnen wel vast meetrainen. Dit team is echt enorm belangrijk om de doorstroming naar het nationale vrouwenteam op gang te houden. Het is moeilijk om te zeggen wat deze nieuwe nationale ploeg op internationaal niveau kan. Dat is afwachten. Bij de meisjes en vrouwen zie je wel enorm veel enthousiasme en inzet. Het Nederlands vrouwenteam is een voorbeeld van commitment aan een programma. Die meiden hebben er alles voor over.'

WK Tallinn 2016 Theo