Het bondsbestuur van IJshockey Nederland bestaat minimaal uit vijf leden:
- 1 Voorzitter
- 4 Bestuursleden
Zie artikel 10 van de statuten.
Geadviseerd wordt om onderstaande tekst aan de statuten toe te voegen:
“Na ommekomst van deze derde periode is het desbetreffende bestuurslid eerst weer tot lid van het bondsbestuur benoembaar nadat hij gedurende vier jaren geen lid van het bondsbestuur is geweest.”
In de statuten en reglementen heeft IJshockey Nederland onverenigbaarheden vastgelegd.
Dit is onder meer bepaald in:
Artikel 10 lid 1. b. van de statuten bepaalt dat de leden van het Bondsbestuur niet mogen zijn bestuurder, oprichter, aandeelhouder, toezichthouder of werknemer van een entiteit waarmee de Bond op structurele wijze op geld waardeerbare rechtshandelingen verricht.
In artikel 13 van de statuten is bepaald dat indien binnen het Bondsbestuur nauwe familie- of vergelijkbare relaties bestaan, er door de overige Bondsbestuursleden op wordt toegezien dat bij vertegenwoordiging en handelingen met aanzienlijke gevolgen een ander Bondsbestuurslid betrokken is.
Artikel 5, 7 en 10 van het tuchtreglement bepalen dat leden van de tuchtcommissie, de commissie van beroep en de aanklager niet tevens bondsbestuurslid kunnen zijn.
In artikel 34 van het huishoudelijk reglement staat het mandaat aan de competitiecommissie beschreven.
Artikel 37 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de leden van de licentiecommissie geen bestuurder mogen zijn bij IJshockey Nederland. Evenmin mogen zij bestuurder zijn of de laatste 3 jaar bestuurder zijn geweest van een aangesloten lid.
In artikel 39 van het huishoudelijk reglement staan de taken aan de financiële commissie beschreven.
In artikel 40 van het huishoudelijk reglement staan de taken aan de scheidsrechterscommissie beschreven.
Laatst gewijzigd op 11 december 2022 om 11:47