Speelveld
a. U11- en U9-wedstrijden worden gelijktijdig op dezelfde ijsvlakte gespeeld. U9-ijshockey wordt in de breedte op een derde van de ijsvlakte gespeeld. U11-ijshockey wordt in de lengte op twee derde van de ijsvlakte gespeeld.
b. Op de denkbeeldige lijn (op 21.32 m vanaf de korte boarding en op 1.5 m afstand van de blauwe lijn) tussen het U9-speelveld en het U11-speelveld dient een afscheiding te zijn aangebracht. Hiervoor gelden de volgende criteria: - de afscheiding dient een over het ijs glijdende puck tegen te houden; - de afscheiding dient zodanig geconstrueerd te zijn dat het verschuiven wordt beperkt; - aan de afscheiding mogen geen uitstekende onderdelen zitten die de veiligheid van de spelers in gevaar kunnen brengen.
c. De competitiecommissie behoudt het recht een afscheiding om veiligheidsredenen te verbieden.
d. In het U9-speelveld dienen op het ijs tegen de reguliere boarding aan de korte zijde van de ijsbaan twee spelersbanken te worden geplaatst.
e. U11 maakt gebruik van de reguliere spelersbanken.
f. Bij U9-ijshockey dient tussen de achterkant van het doel en de boarding een strook van één meter ijs open te zijn. Het midden van het doel staat op de lengteas die het speelveld in twee gelijke helften verdeelt. Bij U8-ijshockey is het doel 130 cm breed en 90 cm hoog binnenkant paal gemeten.
g. Bij U11-ijshockey wordt op een fictieve doellijn op 2.5 meter van de blauwe lijn één van de doelen geplaatst. Het andere doel wordt op de reguliere plaats op de reguliere doellijn geplaatst. Het midden van de doelen staat op de lengteas die het speelveld in twee gelijke helften verdeelt. Bij U11-ijshockey worden reguliere ijshockeydoelen gebruikt.
Teamsamenstelling
a. Gedurende het spel mogen van een U9-team niet meer dan vijf spelers - vier veldspelers en één doelverdediger - zich tegelijk op het speelveld bevinden.
b. Gedurende het spel mogen van een U11-team niet meer dan zes spelers - vijf veldspelers en één doelverdediger - zich tegelijk op het speelveld bevinden.
Speeltijd
a. U11- en U9-wedstrijden worden gelijktijdig gespeeld.
b. Tijdens een toernooitje met drie clubs worden zes wedstrijdjes gespeeld volgens het
volgende schema:
team A vs team B
team C vs team B
team C vs team A
team B vs team A
team B vs team C
team A vs team C
c. Deze wedstrijdjes duren 15 minuten doorlopende tijd ('vuile tijd').
Wisselsignaal
Om de 60 seconden klinkt een wisselsignaal. Bij het wisselsignaal stopt het spel niet. Na het wisselsignaal moet minimaal een pass worden gegeven om te kunnen scoren. Indien binnen 10 seconden voor het verstrijken van de 60 seconden een spelonderbreking plaatsvindt bij de U11, dient het wisselsignaal direct te klinken.
Straffen
a. Bij een overtreding aangegeven door de scheidsrechter, zal aan de speler waarbij de overtreding is begaan een zogenoemde break away penalty shot worden toegewezen.
b. Schreeuwen, vloeken of klagen bij de scheidsrechter zal direct worden bestraft met een 10 minuten misconduct. De speler mag niet meer spelen in de betreffende wedstrijd.
c. Een speler die een game misconduct penalty ontvangt zal automatisch geschorst worden voor de volgende wedstrijd tijdens de toernooidag.
d. Een speler die een match penalty ontvangt zal automatisch geschorst worden voor het restant van de toernooidag.
e. Een team dat na het wisselsignaal de puck aanraakt wordt bestraft met een penalty shot break away tegen.
Overige afwijkende spelregels
a. Bij U11 en U9 zijn bodychecks niet toegestaan. Een bodycheck wordt bestraft zoals beschreven onder Straffen.
b. Bij U11 en U9 zijn slapshots niet toegestaan. In het geval van een slapshot fluit de scheidsrechter af en legt hij de betreffende speler uit dat een slapshot niet is toegestaan.
Indien dezelfde speler voor de tweede keer in de wedstrijd een slapshot geeft, wordt dat bestraft zoals beschreven onder Straffen.
c. Bij U11 en U9 zijn de icing- en off-side-spelregel niet van toepassing.
d. Bij U11 en U9 worden de face-offs uitsluitend bij aanvang van de wedstrijd of na een blessure onderbreking genomen. De face-off vindt dan plaats in het midden van de ijsoppervlakte. Na een doelpunt wordt de puck direct weer in één van de hoeken geworpen. Het spel gaat direct door.
e. Indien bij U11 en U9 de doelverdediger de puck vasthoudt, dienen de aanvallende spelers direct 2 meter afstand te nemen. De doelverdediger dient de puck vervolgens direct langs de goal aan een van zijn medespelers te spelen, zodat het spel direct door kan gaan. Wordt het spel onderbroken door een signaal van de scheidsrechter, hervat de scheidsrechter het spel door de puck direct (over het ijs) in één van de twee hoeken aan de korte zijde van het betreffende doel te werpen.
NB
Bij U11 en U9 moeten de doelverdedigers worden aangespoord om binnen drie seconden de puck zelf weer in het spel te brengen.
f. Bij U9 worden doelpunten niet bijgehouden op het scorebord.
g. De bedoeling is om bij U9 en U11 zo veel mogelijk effectieve ijstijd te creëren. Het spel moet daar waar mogelijk direct worden hervat.
Concept opzet U11-/U9-/U7-toernooien
Opzet U11 (1 uur)
Speelveld
a. U11-wedstrijden worden gelijktijdig op dezelfde ijsvlakte gespeeld. U11-ijshockey wordt in de lengte op twee helften van de ijsvlakte gespeeld.
b. Op de rode lijn dient een afscheiding te zijn aangebracht. Hiervoor gelden de volgende criteria: - de afscheiding dient een over het ijs glijdende puck tegen te houden; - de afscheiding dient zodanig geconstrueerd te zijn dat het verschuiven wordt beperkt; - aan de afscheiding mogen geen uitstekende onderdelen zitten die de veiligheid van de spelers in gevaar kunnen brengen.
c. De competitiecommissie behoudt het recht een afscheiding om veiligheidsredenen te verbieden.
d. In het U11-speelveld dienen op het ijs tegen de reguliere boarding aan de lange zijde van de ijsbaan twee spelersbanken per helft te worden geplaatst.
e. U11 maakt gebruik van deze op het ijs geplaatste spelersbanken.
f. Bij U11-ijshockey wordt op een fictieve doellijn op 1.5 meter van de rode lijn één van de doelen geplaatst. Het andere doel wordt op de reguliere plaats op de reguliere doellijn geplaatst. Het midden van de doelen staat op de lengteas die het speelveld in twee gelijke helften verdeelt. Bij U11-ijshockey worden reguliere ijshockeydoelen gebruikt.
Teamsamenstelling
a. Gedurende het spel mogen van een U11-team niet meer dan vijf spelers - vier veldspelers en één doelverdediger - zich tegelijk op het speelveld bevinden.
Speeltijd
a. Beide U11-wedstrijden worden gelijktijdig gespeeld.
b. Tijdens een toernooitje met vier clubs worden zes wedstrijdjes in drie rondes gespeeld volgens het volgende schema:
Ronde 1
Veld 1: team A vs team B
Veld 2: team C vs team D
Ronde 2
Veld 1: team A vs team C
Veld 2: team D vs team B
Ronde 3
Veld 1: team A vs team D
Veld 2: team C vs team B
c. Deze wedstrijdjes duren 18 minuten doorlopende tijd ('vuile tijd').
Wisselsignaal
Om de 60 seconden klinkt een wisselsignaal. Het spel stopt niet. Spelers wisselen door.
Straffen
a. Bij een overtreding aangegeven door de scheidsrechter, zal aan de speler waarbij de overtreding is begaan een zogenoemde break away penalty shot worden toegewezen.
b. Schreeuwen, vloeken of klagen bij de scheidsrechter zal direct worden bestraft met een 10 minuten misconduct. De speler mag niet meer spelen in de betreffende wedstrijd.
c. Een speler die een game misconduct penalty ontvangt zal automatisch geschorst worden voor de volgende wedstrijd tijdens de toernooidag.
d. Een speler die een match penalty ontvangt zal automatisch geschorst worden voor het restant van de toernooidag.
e. Een team dat na het wisselsignaal de puck aanraakt wordt bestraft met een penalty shot break away tegen.
Overige afwijkende spelregels
a. Bij U11 zijn bodychecks niet toegestaan. Een bodycheck wordt bestraft zoals beschreven onder Straffen.
b. Bij U11 zijn slapshots niet toegestaan. In het geval van een slapshot fluit de scheidsrechter af en legt hij de betreffende speler uit dat een slapshot niet is toegestaan.
Indien dezelfde speler voor de tweede keer in de wedstrijd een slapshot geeft, wordt dat bestraft zoals beschreven onder Straffen.
c. Bij U11 zijn de icing- en off-side-spelregel niet van toepassing.
d. Bij U11 en U9 worden de face-offs uitsluitend bij aanvang van de wedstrijd of na een blessure onderbreking genomen. De face-off vindt dan plaats in het midden van het ijsoppervlakte. Na een doelpunt wordt de puck direct weer in één van de hoeken geworpen. Het spel gaat direct door.
e. Indien bij U11 en U9 de doelverdediger de puck vasthoudt, dienen de aanvallende spelers direct 2 meter afstand te nemen. De doelverdediger dient de puck vervolgens direct langs de goal aan een van zijn medespelers te spelen, zodat het spel direct door kan gaan. Wordt het spel onderbroken door een signaal van de scheidsrechter, hervat de scheidsrechter het spel door de puck (over het ijs) in één van de twee hoeken aan de korte zijde van het betreffende doel te werpen.
f. Bij U9 worden doelpunten niet bijgehouden op het scorebord.
g. De bedoeling is om bij U9 en U11 zo veel mogelijk effectieve ijstijd te creëren. Het spel moet daar waar mogelijk direct worden hervat.
i. Bij U11 worden doelpunten bijgehouden op het scorebord.
NB
Bij U11 en U9 moeten de doelverdedigers worden aangespoord om binnen drie seconden de puck zelf weer in het spel te brengen.
Opzet U9/U7 (1 uur)
Speelveld
a. U9- en U7-wedstrijden worden gelijktijdig op dezelfde ijsvlakte gespeeld. U9 en U7 ijshockey wordt in de breedte op een derde van de ijsvlakte gespeeld. U9-ijshockey gebruikt hiervoor twee 1/3e delen en U7 één 1/3e deel van de ijsvlakte.
b. Op beide blauwe lijnen tussen de 3 speelvelden dient een afscheiding te zijn aangebracht.
Hiervoor gelden de volgende criteria:
- de afscheiding dient een over het ijs glijdende puck tegen te houden; - de afscheiding dient zodanig geconstrueerd te zijn dat het verschuiven wordt beperkt;
- aan de afscheiding mogen geen uitstekende onderdelen zitten die de veiligheid van de spelers in gevaar kunnen brengen.
c. De competitiecommissie behoudt het recht een afscheiding om veiligheidsredenen te verbieden.
d. In de speelvelden dienen op het ijs tegen de reguliere boarding en aan de geplaatste tijdelijke boardings aan de korte zijde van de ijsbaan twee spelersbanken per speelveld te worden geplaatst (6 banken totaal).
e. U9- en U7-spelers maken gebruik van deze spelersbanken.
f. Bij U9-ijshockey dient tussen de achterkant van het doel en de boarding een strook van één meter ijs open te zijn. Het midden van het doel staat op de lengteas die het speelveld in twee gelijke helften verdeelt. Bij U9-ijshockey is het doel 130 cm breed en 90 cm hoog binnenkant paal gemeten. U9 speelt met een doelverdediger.
g. Bij U7-ijshockey dient tussen de achterkant van het doel en de boarding een strook van één meter ijs open te zijn. Het midden van het doel staat op de lengteas die het speelveld in twee gelijke helften verdeelt. Bij U7-ijshockey is het doel 50 cm breed en 40 cm hoog binnenkant paal gemeten. U7 speelt zonder een doelverdediger.
Teamsamenstelling
a. Gedurende het spel mogen van een U9-team niet meer dan vier spelers - drie veldspelers en één doelverdediger - zich tegelijk op het speelveld bevinden.
b. Gedurende het spel mogen van een U7-team niet meer dan vijf veldspelers zich tegelijk op het speelveld bevinden. U7 speelt zonder doelverdediger
c. De teams van de U7-wedstrijden worden samengesteld met de aanwezige spelers van alle teams. Coaches zijn verantwoordelijk om de indeling gezamenlijk op te maken met de aanwezige spelers van alle teams. Het thuisspelend team heeft zogenaamde hesjes om de teams te identificeren. Coaches werken samen om bij de teams de wisseling van spelers te coördineren.
Speeltijd
a. U7- en U9-wedstrijden worden gelijktijdig gespeeld.
b. Tijdens een toernooitje met vier clubs (U9) worden zes wedstrijdjes in drie rondes gespeeld volgens het volgende schema:
Ronde 1
Veld 1: team A vs team B
Veld 2: team C vs team D
Ronde 2
Veld 1: team A vs team C
Veld 2: team D vs team B
Ronde 3
Veld 1: team A vs team D
Veld 2: team C vs team B
c. Deze wedstrijdjes duren 18 minuten doorlopende tijd ('vuile tijd').
Wisselsignaal
Om de 60 seconden klinkt een wisselsignaal. Het spel stopt niet. Spelers wisselen door.
Straffen U9 wedstrijden
a. Bij een overtreding aangegeven door de scheidsrechter, zal aan de speler waarbij de overtreding is begaan een zogenoemde break away penalty shot worden toegewezen.
b. Een speler die een game misconduct penalty ontvangt zal automatisch geschorst worden voor de volgende wedstrijd tijdens de toernooidag.
c. Een speler die een match penalty ontvangt zal automatisch geschorst worden voor het restant van de toernooidag.
d. Schreeuwen, vloeken of klagen bij de scheidsrechter zal direct worden bestraft met een 10 minuten misconduct. De speler mag niet meer spelen in de betreffende wedstrijd.
e. Een team dat na het wisselsignaal de puck aanraakt wordt bestraft met een penalty shot break away tegen.
Overige afwijkende spelregels
a. Bij U9 en U7 zijn bodychecks niet toegestaan. Een bodycheck wordt bestraft zoals beschreven onder Straffen.
b. Bij U9 en U7 zijn slapshots niet toegestaan. In het geval van een slapshot fluit de scheidsrechter af en legt hij de betreffende speler uit dat een slapshot niet is toegestaan.
Indien dezelfde speler voor de tweede keer in de wedstrijd een slapshot geeft, wordt dat bestraft zoals beschreven onder Straffen.
c. Bij U9 en U7 zijn de icing- en off-side-spelregel niet van toepassing.
d. Bij U9 en U7 worden de face-offs uitsluitend bij aanvang van de wedstrijd genomen op de denkbeeldige middellijn.
e. Indien bij U9 de scheidsrechter affluit omdat de doelverdediger de puck vasthoudt, wordt het spel hervat doordat de doelverdediger de puck afschuift aan een van zijn medespelers. De aanvallende partij moet 2 meter afstand nemen van de doelverdediger.
f. Indien bij de U7 er een doelpunt valt, wordt direct het spel hervat door de puck weer in het speelveld te plaatsen.
g. Bij de U7 wedstrijden is het niet nodig een scheidsrechter aan te wijzen. Het terugbrengen van de puck in het spel en communiceren met de spelers kan ook worden gedaan met één van de coaches op schaatsen (met stick, handschoenen en helm).
h. Bij de U7 worden geen straffen uitgedeeld. Coaches zijn verantwoordelijk spelers, daar waar nodig aan te spreken op onsportief gedrag.
NB 1
Bij U9 moeten de doelverdedigers worden aangespoord om binnen drie seconden de puck zelf weer in het spel te brengen.
NB 2
De uitgangspositie bij U7 en U9 is om zoveel mogelijk het spel te laten plaatsvinden, zonder onderbreking. Scheidsrechters krijgen de instructies dit te stimuleren.
i. Bij U9 en U7 worden doelpunten niet bijgehouden op het scorebord.
Laatst gewijzigd op 9 juli 2024 om 12:36
→ Bijlage I: Bijlage I: Switchen spelers tussen CEHL (en Oberliga) en Eredivisie
→ Bijlage III: Termijn transfers
→ Bijlage IV: Aantal in Nederland opgeleide spelers Eredivisie
→ Bijlage V: Totaal aantal spelers en begeleiders per team in Eredivisie naar uitwedstrijden
→ Bijlage VI: Inzet van clubscheidsrechters
→ Bijlage VIII: Leeftijdsbepalingen en speelgerechtigheid
→ Bijlage IX: Aangepaste spelregels U13
→ Bijlage XI: Body checken vs body contact
→ Bijlage XIII: Verwerking (reglementaire) uitslagen in de stand en de individuele spelersstatistieken