10 oktober 200300:00

Door Joep Meijsen

Iginla schrijft historie

IJshockey is grotendeels een blanke sport. Deels door cultuur, deels door historie, maar wellicht speelde er ook wat racisme mee. De Calgary Flames hebben gisteren voor een doorbraak gezorgd door de zwarte speler Jarome Iginla tot aanvoerder te benoemen.

Tussen 1958 en 1991 speelden slechts achttien donkere spelers in de NHL. Ook in de Nederlandse liga zijn donkere spelers een uitzondering. Waar het Nederlands voetbalteam inmiddels grotendeels gekleurd is, is de nationale ijshockeyploeg nog lelieblank. , JC Larocque en zijn drie spelers die hun opwachting hebben gemaakt in de Superliga. In de NHL heeft dit grotendeels met cultuur te maken. In het verleden kwam het grootste deel van de spelers uit Canada en dat land kende maar 0,2 procent zwarte inwoners. De binnensteden van de grote steden in de Verenigde Staten hadden nauwelijks ijsbanen, terwijl de donkere bevolking van de zuidelijke staten waarschijnlijk nauwelijks wist wat ijshockey was. Vrijwel alle NHL-teams die daar nu gevestigd zijn, stammen uit de jaren negentig. Daarnaast is ijshockey in de VS altijd een peperdure sport voor de middelklasse geweest, waardoor relatief weinig zwarte jongeren met de sport begonnen. Basketbal was meestal de natuurlijke keuze. Probleem is dat wie niet op zeer jonge leeftijd met ijshockey begint, deze achterstand nooit meer inhaalt en de kans om de NHL te halen erg klein wordt. Willie O'Ree was in 1958 de eerste gekleurde speler toen hij zijn debuut maakte voor de Boston Bruins.De bekendste donkere speler van vroeger is waarschijnlijk Grant Fuhr. Hij was de doelman van de legendarische Edmonton Oilers die in de jaren tachtig onder leiding van mannen als Wayne Gretzky, Mark Messier en Jarri Kurri de NHL domineerden. Vijf Stanley Cups heeft Fuhr op zijn naam, hij is de zesde doelman op de lijst met de meeste overwinningen in de geschiedenis van de NHL en hij won in 1988 de hoogste eer voor een doelman: de Vezina trofee. Fuhr, die op 3 november in de Hall of Fame wordt, opgenomen en baande de weg voor andere zwarte doelmannen als Fred Brathwaite en Kevin Weekes.Gaandeweg de jaren negentig begon het aantal zwarte spelers langzaam te groeien. Spelers als Jerome Iginla, Anson Carter en Mike Grier werden topscorers van hun respectievelijke teams. Andere donkere spelers, Georges Laraque, Donald Brashear en Peter Worrell, werden bekender om hun werk met de vuisten en hun vele strafminuten dan hun schaatstechniek en stickhandling. Maar ze haalden de NHL wel. De groei van de zwarte bevolking in Canada, de groei van ijshockey in de VS en het feit dat een steeds groter deel van de zwarte inwoners van Noord-Amerika opklimmen naar de middelklasse zijn hier waarschijnlijk de oorzaak van. Vorig seizoen waren er 717 spelers in de NHL, waarvan twaalf donkere spelers, dus het blijft voorlopig nog een druppel op een gloeiende plaat.De benoeming van Jerome Iginla tot aanvoerder van de Calgary Flames is dan ook een belangrijke stap in Noord-Amerika, waar rassendenken nog een veel grotere rol speelt in de maatschappij dan hier in Nederland. 'Toen ik hoorde dat er maar weinig donkere spelers waren in de NHL, zei ik meteen dat ik er eentje wilde zijn', zei Iginla een tijdje geleden op de sportzender ESPN. IJshockey heeft de zwarte spelers ook hard nodig. Veel clubs vooral in het zuiden van de Verenigde Staten spelen voor half lege of verre van uitverkochte arena's. Meer dan 95 procent van de toeschouwers in de NHL is blank, zwarte spelers zorgen wellicht voor meer multiculturisme op de tribune, meer toeschouwers en dus meer inkomsten. En die kan de NHL wel gebruiken.