Final Four 2019 Flyers Devils Gudden

14 juli 202119:37

Door Joep Meijsen

Interview: Jan Hopstaken over Beneliga, Flyers, Wolves en meer

Het is verre van stil rondom het Nederlandse ijshockey deze zomer.
Bondsvoorzitter Jan Hopstaken van IJshockey Nederland gaat uitgebreid in
op een aantal actuele zaken. ‘Het draait uiteindelijk allemaal om
stabiliteit en ambitie voor de sport op alle niveaus.’


De situaties rond de Beneliga, Heerenveen en Nijmegen houden de gemoederen behoorlijk bezig. Begrijpelijk, zo vindt ook Hopstaken. ‘Het betreft clubs waar veel enthousiaste vrijwilligers met passie voor werken, het betreft veel spelers voor wie de ontwikkelingen van groot belang zijn en dat geldt ook voor de supporters die niet kunnen wachten tot het nieuwe ijshockeyseizoen, hopelijk met volop publiek op de tribune, eindelijk begint. Liefde voor ijshockey is wat ons allemaal bindt.’

Direct maar een cruciale vraag. Is er volgend jaar een Beneliga-competitie?


‘Wat ons betreft is dat een volmondig: Ja, en de jaren er na ook. Het afgelopen jaar hebben we met de huidige eerste divisie teams een mooi pad uitgestippeld om de komende jaren de beneliga competitie uit te breiden en te laten groeien naar een Beneliga A en Beneliga B, met promotie en degradatie. Hieraan willen we bovendien een beneliga-jeugdcompetitie koppelen. Ook met de Nederlandse beneliga clubs en de Belgische bestuurders hebben we dit plan besproken en beide partijen staan hier positief tegenover. In de manier van besturen van de beneliga zijn we de afgelopen jaren en ook recent aangelopen tegen andere manieren van doen, die tot conflicten en energieverlies leiden. En dat is niet goed voor de competitie en daar gaat het uiteindelijk toch om. Op dit moment onderzoeken we in volle samenwerking met onze Belgische partners naar een andere manier van samenwerken. We gaan er vanuit dat alles ruim voor de start van de competitie is geregeld en dat de beneliga op schema start. De Nederlandse clubs zijn hiervan door ons volledig op de hoogte gebracht. De organisatie achter de Beneliga zal dus waarschijnlijk gaan veranderen. De rol van IJshockey Nederland rondom de competitie wordt anders.’

Op welke manier?

Directe aanleiding is een verschil van mening over de vraag onder welke voorwaarden Heerenveen volgend jaar deel mag nemen aan de competitie

‘We zoeken naar een manier waarbij de Nederlandse en Belgische clubs samen een competitie spelen, maar waar wij als IJshockey Nederland niet meer dagelijks meebesturen. We geven zo alle ruimte aan de clubs om de juiste dingen te kunnen doen. De directe aanleiding hiervoor is een verschil van mening over de vraag onder welke voorwaarden Heerenveen volgend jaar deel mag nemen aan de competitie. Over de manier waarop je omgaat met zo’n aanmelding ontstond een onoverbrugbaar meningsverschil.'

'Om die reden onderzoeken we nu hoe de Beneliga kan blijven bestaan, zonder dat wij als IJshockey Nederland in het bestuur zitten. In het belang van het hele Nederlandse ijshockey is het wel belangrijk dat IJshockey Nederland de beslissing neemt of een club mee mag doen aan de beneliga vanuit Nederland. Ook ligt het voor de hand dat er bij de competitieopzet rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld de belangen van ons nationale team, zoals de beschikbaarheid van internationals tijdens internationale breaks. Vanuit Nederland Leonidas Pakos en vanuit België Hub van Grinsven werken op dit moment samen aan de verdere uitwerking hiervan. Zoals gezegd verwacht ik dat dit ruim voor de competitie geregeld is.’

Waarom wil IJshockey Nederland zeggenschap houden over de Nederlandse deelnemers aan de Beneliga?

‘Sinds ons aantreden als bestuur in 2019 werken we er hard aan om ‘goed sportbestuur’ binnen het Nederlandse ijshockey meer vorm te geven. Als bestuur denken we dat dit de beste manier is om het ijshockey in ons land toekomst te bieden. NOCNSF benadrukt dat streven ook en we hebben hierover dan ook afspraken met de sportkoepel gemaakt. We zijn hard bezig om op allerlei terreinen meerjarig beleid te maken. Het voordeel daarvan is dat het duidelijk is wat we willen bereiken, hoe we dat willen doen en dat er van willekeur of machtsmisbruik geen sprake kan zijn. We doen dat heel open en samen met veel mensen van onze leden en sluiten daarmee zo goed mogelijk aan bij hun wensen en verwachtingen.

'En natuurlijk zullen we daarin niet altijd iedereen tevreden kunnen houden, maar het is hartstikke helder wat we doen voor diegene die er bij zijn betrokken. Het draait uiteindelijk allemaal om stabiliteit en ambitie voor onze sport op alle niveaus. Uit dit streven is het licentiesysteem ontstaan. Uiteindelijk moet dit voor alle stichtingen en verenigingen binnen IJshockey Nederland gaan gelden, maar we beginnen dit jaar met de clubs uit de Beneliga en Tilburg Trappers. Die laatste club valt al onder het Duitse licentiesysteem, waar we graag gebruik van maken en ze dus geen dubbel werk hebben. Met de Nederlandse deelnemers aan de Beneliga zijn we sinds januari in gesprek over dit licentiesysteem. Zij hebben daarin een hele wezenlijke stem. Wij weten wat we willen, maar de enige manier waarop dit kan werken is het samen met hen te ontwikkelen, maar wij zijn weer degene die het handhaven. Wanneer clubs voldoen aan de eisen van goed sportbestuur en de andere licentie-voorwaarden kunnen ze aangemeld worden bij de Beneliga. Het bestuur van de Beneliga kan vervolgens wel weer extra eisen stellen.’

We willen de cirkel van faillissementen en doorstarts op vooral het hoogste niveau doorbreken

Welke rol speelt het licentiesysteem rond het wel of niet toelaten van Heerenveen?

‘Een van de uitgangspunten van het licentiesysteem is dat nieuwe toetreders tot IJshockey Nederland aan strengere eisen moeten voldoen dan stichtingen en verenigingen die al lid zijn. Dan praat je bijvoorbeeld over de structuur van de organisatie en het percentage van de begroting dat al voor het seizoen gedekt moet zijn. Daarmee willen we de cirkel van faillissementen en doorstarts zoals die er vooral op het hoogste niveau te veel zijn geweest doorbreken. Die extra voorwaarden gelden ook voor de Flyers. Die zijn weliswaar niet failliet gegaan, maar hebben de vorige stichting wel opgeheven en moesten zich opnieuw aanmelden. Dus moesten ze voldoen aan extra financiële, organisatorische en sportieve eisen. Die hebben we als bestuur nog extra aangescherpt omdat we niet tijdig op de hoogte zijn gesteld van het stoppen van de vorige stichting.'

'In goed en uitgebreid contact met de Flyers hebben we volledig inzicht gekregen in alle stukken van de Flyers die van belang waren voor de vorige stichting. Met al die informatie en de gesprekken die we daarover hebben gevoerd, zijn we tot de conclusie gekomen dat er geen sprake was van financieel wanbeleid in de vorige stichting. De Flyers hebben dus niet op een ongeoorloofde manier prijzen gekocht, wat bij faillissementen wel het geval is. Daarom kunnen ze lid worden van IJshockey Nederland en hebben we ze onder onze voorwaarden aangemeld bij de Beneliga. Dat was dus een financiële boete, een aanpassing van hun structuur en met één import minder spelen dan de andere Beneligateams. Deze laatste voorwaarde leidde echter tot dusdanige twistpunten, dat het nu goed is om over een andere manier van samenwerken na te denken.’

De vereniging in Nijmegen zit onder meer door het faillissement van de stichting met grote schulden

Nijmegen Wolves is afgewezen als nieuw lid en dus ook niet aangemeld bij de Beneliga. Waarin verschilde de situatie in Nijmegen van die in Heerenveen?

‘Nijmegen heeft een aanvraag ingediend, maar die voldeed op een aantal punten niet aan de voorwaarden op het gebied van goed sportbestuur. Daar hebben we ook uitgebreid terugkoppeling op gegeven. Over het faillissement van Nijmegen Devils is veel gesproken en geschreven. De vereniging heeft hier ook erg onder geleden, ze zit onder meer met grote schulden als gevolg van het faillissement van de stichting. In onze visie zouden de mensen achter de Wolves met hun kennis, financiële middelen en energie samen met de vereniging moeten bouwen aan een stabiele toekomst voor het ijshockey in Nijmegen, zodat er op termijn weer op het hoogste niveau gespeeld kan worden.’

Onlangs lekte een telefoongesprek van bestuurslid Danny Micola met een supporter van Nijmegen uit over de situatie in Nijmegen en de Beneliga. Bovenstaande antwoorden komen niet helemaal overeen met delen uit dat gesprek. Hoe komt dat?

‘Het moet mij allereerst van het hart dat hij niet kon vermoeden dat het telefoongesprek zou worden opgenomen en verspreid en dat het kwalijk is dat dit toch gebeurd is. Dat is absoluut niet netjes en mogelijk onrechtmatig en Danny heeft hiervan aangifte gedaan. Danny is een gepassioneerd liefhebber van onze sport en een bijzonder waardevol lid van ons bondsbestuur, die enorm veel tijd, energie en goed werk steekt in het Nederlandse ijshockey. Onder zijn leiding zijn enorme stappen gezet op het gebied van onder meer ICT, de ledenadministratie, de communicatie en meer. Vanuit die betrokkenheid heeft hij de moeite genomen om een supporter te woord te staan. En ik kan je verzekeren dat het niet het enige telefoongesprek is dat over dit onderwerp is gevoerd. Tijdens dat telefoongesprek heeft hij soms dingen gezegd die niet helemaal overeenkomen met bestuursstandpunten en die hij zeker niet had gezegd als hij had geweten dat de hele conversatie met onfrisse bedoelingen werd opgenomen. Het is echter prijzenswaardig dat hij in een open gesprek op de zorgen en vragen van supporters ingaat. Het tekent zijn enorme betrokkenheid bij onze sport.’

Er gebeuren zo veel mooie dingen, het wordt tijd dat de puck weer gaat bewegen

Hoe nu verder?

‘Zoals gezegd, voor wat betreft de Beneliga ga ik er vanuit dat we daar goed uitkomen met onze Belgische collega’s en dat er een prima competitie gaat starten. Grote verwachtingen heb ik ook van de nieuwe ere-/eerste divisie opzet die we samen met hen hebben ontwikkeld. Hartstikke leuk en puur gericht op ontwikkeling, spanning en competitie. Het eerste ‘tastbare’ dat voor ons ligt zijn de Dutch Elite Development Camps voor onze jonge ijshockeyers. Daar kijken die kinderen en hun familie enorm naar uit, de aanmeldingen daarvoor zijn overweldigend. Daarna hebben we het trainingskamp en de wedstrijden van het nationale vrouwenteam op 28 en 29 augustus in Tilburg tegen Italië in hun voorbereiding op het Olympisch kwalificatie toernooi. Heb ik ook veel zin in. Er gebeuren zo veel mooie dingen, het wordt tijd dat die puck weer gaat bewegen.’