Nico van Galen Last Visual 2

14 december 201816:30

Door [email protected]

Legends in the Spotlight: Nico van Galen Last

In de rubriek Legends in the Spotlight zet IJshockey Nederland wekelijks een grote naam uit de geschiedenis van het Nederlandse ijshockey in het zonnetje. In de tweede aflevering is het de beurt aan oud-international Nico van Galen Last.

Nico van Galen Last speelde tussen 1984 en 1992 78 interlands voor de nationale ploeg, waarin hij zes keer scoorde en achttien assists voor zijn rekening nam. In de Eredivisie was hij jarenlang een belangrijke kracht bij clubs als Heerenveen, Eindhoven en Tilburg. Na zijn loopbaan bleef hij in verschillende functies betrokken bij het ijshockey. In Legends in the Spotlight beschrijft hij onder meer de hoogte- en dieptepunten van zijn loopbaan en pleit hij voor de terugkeer van een centrale talentopleiding in Nederland.

Op welke manier bent u in aanraking gekomen met ijshockey en hoe oud was u toen u begon met spelen?

Net als alle andere sportievelingen in Heerenveen, schaatste ik ook in mijn vrije tijd. Op een gegeven moment werd mijn vader op zijn werk benaderd door meneer Bol, een vrijwilliger van de toenmalige IJshockeyclub Thialf. Hij had me zien schaatsen en vroeg mijn vader of ijshockey wellicht iets voor mij zou zijn. Ik heb mezelf daarna aangemeld voor een proeftraining en ik was meteen verkocht.

Nico Van Galen Last Heerenveen Reunië

Bron: Nico van Galen Last

Wie was uw boegbeeld tijdens uw ijshockeycarrière?

Allereest Ejay Queen. Ik dacht toen ik nog op de tribune zat te kijken naar de Feenstra Flyers wat voor prachtige naam Ejay Queen is. Daarnaast was hij ook nog een goede ijshockeyer. Wij hebben onze zoon dan ook Ejay genoemd. Later werd Ejay Queen zelfs een vriend van mij. Maar ik heb vele boegbeelden waar ik mee gespeeld heb en waar ik om verschillende redenen heel veel respect voor heb: Ron Berteling, Larry van Wieren, Jan Janssen, Johan Toren, Leo Koopmans, Theo van Gerwen, Jack de Heer en Tonny Collard.

Voor welke clubs heeft u gespeeld en hoe zag uw internationale carrière eruit?

In de jeugd bij Heerenveen, het eerste jaar in de Eredivisie bij DLJ Leeuwarden, Feenstra Flyers, Eindhoven Kemphanen en Tilburg Trappers.

Wat voor type ijshockeyer was u? Wat waren uw sterke en zwakke punten?

Sterke punten: Ik was sterk voor de goal en in de hoeken, want ik was niet bang. Ik was ook goed in de penaltykilling, ik haalde nooit een 8 of een 9, maar ook zelden een onvoldoende. Een echte teamplayer, voorop in de strijd. Mijn zwakke punten waren mijn techniek, handen, mijn schot had beter gekund en iets teveel strafminuten gepakt.

Als u Ă©Ă©n absoluut hoogtepunt uit uw loopbaan zou moeten noemen, voor welk moment zou u kiezen en waarom?

Dat is erg moeilijk om te kiezen, maar ik denk de trip naar Australië met het nationale team en de overwinning tijdens het WK in Fribourg. Daar moest Zwitserland met 4 goals verschil van ons winnen en uiteindelijk wonnen wij met 4 goals verschil. Er zaten 8000 man op de tribune en de gehele wedstrijd was live op televisie in het ijshockeyland Zwitserland.

Wat beschouwt u als het absolute dieptepunt tijdens uw carrière, of voor de sport op zich?

Het dieptepunt in mijn carrière was mijn afscheid bij Tilburg Trappers. Dat was niet leuk, omdat het afscheidsinterview in de krant uit zijn verband was getrokken. Daarom waren een aantal spelers kwaad op mij. Een ander dieptepunt is de sluiting van het ijshockeyteam van het CTO (Centrum voor Topsport en Onderwijs) in Eindhoven. In mijn ogen was dat de grootste aderlating voor IJshockey Nederland in de laatste 10 jaar.

U bent als ondernemer actief in de kledingbranche. Hoe bent u daar terecht gekomen vanuit het ijshockey?

Dat is een heel lang verhaal. Maar ik heb het CIOS (Centraal Instituut Opleiding Sportleiders) gedaan en daar leer je leiding geven en voor een groep staan. Toen ik op de ijsbaan werkte in Eindhoven kwam ik een man tegen die bij de Footlocker werkte en daar is het begonnen. Van de Footlocker (bedrijfsleider) naar The Store (Area manager), van The Store naar The Sting ( Country manager) en van The Sting naar Vilenzo (General manager). Daar kreeg ik de kans om via een management buy out de Bjorn Borg formule te kopen in 2004, en deze formule heb ik weer verkocht in 2010. Ik ben daarna met 5 winkels doorgegaan in de Outlets, en heb momenteel nog 4 winkels in Roosendaal en 1 in Lelystad van de merken Petrol, Brunotti en WAM Denim.

Ik ben ervan overtuigd dat mijn opleiding en mijn sport belangrijke factoren waren voor mijn carrière. IJshockey heeft mij een bepaalde discipline gegeven wat ervoor zorgt dat je doorgaat en niet opgeeft om je doelen te bereiken. Daarnaast leer je samenwerken, met andere mensen rekening te houden en een leider worden maar dan ook de bijbehorende verantwoordelijkheid te pakken. Daar ben ik mijn opleiding en het ijshockey erg dankbaar voor.

U bent niet alleen als speler binnen het ijshockey actief geweest, maar ook in verschillende andere functies zoals technisch directeur van Eindhoven Kemphanen. Hoe bent u nog betrokken bij het (Nederlandse) ijshockey?

Momenteel ben ik alweer met mijn derde jaar bezig als bestuurslid van Kemphanen. Samen met Maarten Rentmeester zijn we verantwoordelijk voor de technische zaken, en daarbij doe ik ook nog de sponsorcommissie. Ik sponsor her en der nog wat teams bij Kemphanen of elders. Af en toe help ik ook IJshockey Nederland waar ik kan, meestal in de vorm van kledingsponsoring.

Met welke ijshockeyvrienden heeft u nog steeds goed contact en op welke manier onderhouden jullie deze vriendschap?

Dat zijn er teveel om op te noemen. Maar mijn grootste vrienden in het ijshockey die ik erg vaak zie zijn Ron Berteling , Theo van Gerwen en sinds een paar jaar Maarten Rentmeester. Maar mijn allerbeste vriend is Sikko Beeksma. We zien elkaar te weinig maar we bellen elkaar regelmatig en zijn elkaars vrienden al vanaf ons elfde jaar. Hij heeft ook gespeeld bij Assen in de eredivisie. We waren elkaars getuigen op onze bruiloften. Iets wat we al hadden afgesproken toen we een jaar of 18 waren. Ik heb zo veel vrienden overgehouden van het ijshockey, dat is ook na mijn gezin en familie mijn grootste geschenk.

Nico van Galen Last 2

Bron: Nico van Galen Last

Tijdens de Olympische Spelen van 2018 was u commentator voor Eurosport. Hoe heeft u dat ervaren?

Dat was natuurlijk geweldig. Een fraai cadeau in mijn leven en nog specialer, omdat mijn vriend Ron Berteling ook was uitgenodigd als commentator. Dichter bij de topspelers kun je haast niet komen. Commentaar geven is echt erg moeilijk en ik heb diep respect gekregen voor de mensen bij de omroepen die daar hun beroep van hebben gemaakt. Wat voor Ron en mij ook prachtig was is dat we met onder andere Alexei Yashin en Peter Forsberg in contact zijn gekomen, zij waren ook co-commentators, en we kwamen ze vaak tegen en spraken dan met elkaar. Kortom, een reis om nooit te vergeten!

Wat is uw visie over het (jeugd)ijshockey in Nederland? En wat zou u aanpassen indien u het voor het zeggen had?

Ik geloof dat we niet teveel regionale opleidingscentra moeten hebben. We hebben in ons land te weinig topspelers en toptrainers om meer dan 1 of 2 centrums te bemannen. Ik ben een grote voorstander van een opzet zoals het CTO waar talentvolle junioren vanaf 15 jaar acht tot tien keer per week op het ijs staan en waar school en sport helemaal op elkaar zijn afgestemd. Ik denk ook dat het CTO in Eindhoven de laatste grote groep talenten heeft voortgebracht ( Deniz Mollen, Killian van Gorp, Danny Stempher, Max Hermens, Tom Marx, de gebroeders Verschuren, Raymond van der Schuit, Reno de Hondt, Gio Vogelaar en waarschijnlijk vergeet ik er nog een paar). Ik ben ervan overtuigd dat het op de manier hoe we dat nu doen niet meer gaat lukken om zoveel talenten af te leveren. Maar ik snap heel goed dat de beschikbare middelen een grote rol spelen. Dan moet je keuzes maken, en de huidige keuze is misschien de beste die ze met de huidige middelen kunnen maken.

Wat voor advies zou u willen geven aan alle ijshockeyers en ijshockeysters in Nederland, om het net zover te schoppen als u?

Doe altijd je stinkende best, respecteer altijd en iedereen. Probeer anderen zo te behandelen zoals jezelf behandeld wilt worden. En pak de kansen in je leven die voorbij komen, maar vooral durf ze te pakken. Vergeet nooit: “de wereld hangt van gunnen aan elkaar”.