Tijgers berteling coach 1112

12 juni 201623:02

Door Joep Meijsen

Waarom Ron Berteling bij Amsterdam vertrekt

Vrijdag maakte recordinternational Ron Berteling zijn besluit bekend zich terug te trekken als trainer en coach bij Amsterdam. Tegenover IJshockey.com praat hij over zijn beweegredenen. ‘Ik had het gevoel dat iedere training een examen was.’

Ron Berteling zit op zaterdagavond in de auto naar huis. In Den Bosch heeft hij gedaan waar hij het meest van houdt: op het ijs staan met enthousiaste spelers. In dit geval bij de ijshockeyschool van Leo van den Thillart. ‘Dat doe ik al een jaar of vijf, zes. Ik heb veel respect voor Leo. We denken hetzelfde over ijshockey en de manier van trainen. Het is leuk om hem te ondersteunen.’

Het is deze zaterdag extra fijn voor Berteling om op het ijs te staan. Een dag nadat hij heeft aangekondigd dat hij zich terugtrekt als coach en trainer bij Amstel Tijgers. De club waar hij als kind is begonnen en waar hij vorig jaar als vrijwilliger het eerste team heeft gecoacht en de jeugd onder zijn hoede had.

Een beslissing waar Berteling lang over heeft nagedacht, die hij met pijn in het hart heeft genomen en die veel heeft losgemaakt. ‘Ik ben moe. Leeg. Ik heb geprobeerd om alle berichten die ik heb gekregen op mijn mobiele telefoon netjes te beantwoorden. Mooie steunberichten. Ik heb nog niet eens de tijd gehad om naar alle reacties op Facebook te kijken.’

Heel concreet wil de recordinternational niet worden over de reden van zijn besluit. Hij wil niemand beschadigen. Hij is ook vol lof over delen van het Amsterdamse ijshockey. ‘Er is een heel goede technische commissie, waar andere sportverenigingen een puntje aan kunnen zuigen. Die mensen moet je het respect geven als ze iets zeggen. Als zij iets zeggen is het altijd weloverwogen.’

Ook voor de spelersgroep heeft hij mooie woorden. ‘Ik ben zo trots op ze. Ze moesten met eigen auto’s naar uitwedstrijden en we hebben veel leuke wedstrijden gespeeld. Ook met de jeugd was het samen met de andere trainers een mooi jaar. De U12, de U14 en de U17 hebben allemaal finales gespeeld. Ik heb er enorm van genoten. Met jonge mensen koffie drinken in mijn hok. Spelers beter maken. Dat is mijn rijkdom.’

Hij geeft een voorbeeld van vorige week. ‘Een jeugdspelertje deed een spreekbeurt over ijshockey. Ben ik naar de school gegaan om hem daarbij te helpen. Zijn uitrusting aangeven terwijl hij aan het praten was. Dat vind ik zo leuk en dat is wat ik rijkdom noem.’

En toch voelde hij zich genoodzaakt om de dramatische beslissing te nemen om zijn club te verlaten. Uit zijn woorden valt op te maken dat het te lang duurde voordat Berteling duidelijkheid kreeg over zijn positie voor het komende seizoen. ‘Er werd over mij gesproken in plaats van met mij. Ik moest zelf vragen wat mijn positie was en welke kant we opgaan. Ik heb uiteindelijk het bestuur zelf maar gemaild. Ze zeiden me te begrijpen en zo snel mogelijk met een antwoord te komen.’

Berteling vervolgt: ‘Naar aanleiding van nog een mail van mijn kant, kreeg ik vlak voor de algemene ledenvergadering van de Amstel Tijgers weer geen concrete antwoord. Ik heb een bepaalde visie over hoe ijshockey gespeeld moet worden. Als men een andere kant op wil, dan prima. Maar hak de knoop door. Nu werd er veel gepraat en had ik het gevoel dat iedere training een soort examen was. Dat trek ik niet meer.’

Dat betekent niet dat de visie van Berteling heilig is. ‘Ik praat graag over ijshockey met mensen die over ijshockey kunnen praten, niet met mensen die van niets weten. Ik train veel op de technieken; kwam de opmerking dat er meer tactisch getraind moest worden. Maar ik stond soms met veertig, vijftig kinderen op het ijs. Als je dan powerplay, penaltykill en dergelijke gaat trainen staan er te veel spelers stil.’

Er werden dingen van hem verwacht die niet waar te maken waren. ‘Ik vind het vooral belangrijk dat kinderen plezier hebben. Dat door veel schaatsen, passen en schieten dingen gaan lukken. Dat ze plezier krijgen omdat ze vooruit gaan en kinderen met een glimlach van het ijs gaan.’

Het past in de visie van een man wiens leven altijd ijshockey geademd heeft. ‘In 1977 stond ik als jong broekie bij het Nederlands team als center tussen Jan Janssen en Jack de Heer. Met George Peternousek en Larry van Wieren achter mee. Een mooiere start van mijn interlandcarrière kon ik mij toen niet voorstellen. Daar heb ik van genoten en veel van geleerd. Dat was een periode waarin veel Nederlandse spelers beter werden en een hele generatie Nederlandse topspelers werd opgeleid.’

Dat is een kans die hij ook nieuwe generaties Nederlandse spelers gunt. ‘Spelers moeten kunnen dromen, maar dan moet je ze ook iets kunnen bieden. Samen moeten we in het Nederlandse ijshockey ergens naartoe werken, het Nederlandse ijshockey naar een hoger plan brengen. Daar heb ik een idee en een visie over. Dat moet je als coach hebben.’

Het lijkt uiteindelijk een verhaal van een coach die tot zijn besluit kwam nadat de spreekwoordelijke druppel de emmer liet overlopen. Die niet het gevoel had dat er vanuit delen van de organisatie voldoende steun voor hem was en die te veel het gevoel had dat er achter zijn rug om over hem werd gesproken.

Berteling had graag verder gebouwd. ‘Ik word dit jaar 59 en weet ook wel dat ik nog hooguit een jaar of twee dingen zelf kan voordoen op het ijs. Ik had graag meer spelers van het eerste team bij de opleidingen betrokken. Dat zijn ook jongens waar de huidige jeugd tegenop kijkt. Meer structuur brengen in de vereniging.’

Berteling zelf laat het allemaal even berusten. ‘Ik wacht af. Ga met wat vrienden lekker eten. Daarna ga ik rustig alle reacties nog eens lezen en beantwoorden. Of ik actief wil blijven in het ijshockey? Natuurlijk. IJshockey is mijn passie. Maar ik zie wel wat er op me af komt. We komen elkaar vast weer tegen.’

Het bestuur van Amsterdam heeft op zijn website een eigen verklaring gepubliceerd. Enkele citaten:

‘Het gehele bestuur, bestaande uit Ingrid Veltman, Boris Hilberdink en Ben van Duin, laat weten de beslissing van Ron buitengewoon te betreuren. Er is bij hen erg veel respect en waardering voor Ron, zijn inzet en het niveau van zijn trainingen bij de Amsterdamse jeugd.’

‘Met het huidige ledental en de te verwachten groei, was de werklast voor Ron onevenredig groot. We waren op zoek naar mensen die voor een verbreding van het trainingsaanbod konden zorgen. Dit zagen wij als een aanvulling op wat we met Ron al in huis hadden. We zullen ons nu nog ruimer moeten gaan oriënteren.’

‘Het sinds 6 dagen aangetreden bestuur had deze week onderling overeenstemming over de inzet van Ron bereikt en zou hier maandag met een deel van de TC over in gesprek gaan waarna direct met Ron zou worden afgesproken.’