7 november 200600:00

Door Joep Meijsen

Canadagboek 2006 - deel 4

De invloed van Nederlandse-Canadezen is duidelijk merkbaar in West-Canada. Een beetje bladeren door het telefoonboek levert in sommige plaatsen pagina's vol met Nederlandse namen op. Ook op de ijsbanen zijn genoeg ‘Nederlandse' spelers te vinden.

De exodus begon in de jaren veertig en vijftig. Talloze Nederlandse gezinnen verlieten het verarmde Nederland om een nieuw leven te beginnen in het westen van Canada. Tegenwoordig gaat de immigratie nog steeds door. Vooral boeren op de vlucht voor de eindeloze regelzucht van de Nederlandse overheid wagen de grote oversteek.

Evert van Benthem is de bekendste recente emigrant. Hij woont in Spruce Lake, tussen Calgary en Edmonton. Sinds begin jaren zeventig is er sprake van een bescheiden contra-migratie. Boerenzonen die in Canada hebben leren ijshockeyen keren met de stick in de hand terug naar het land van hun voorvaderen. Toen de eerste Nederlandse Canadees uit het vliegtuig stapte, werd de geschiedenis van het ijshockey in Nederland voor altijd veranderd.

Tijdens de wedstrijd tussen de Calgary Hitmen en de Vancouver Giants worden we gewoon in het Nederlands aangesproken. Een jonge knul van Nederlandse afkomst blijkt de taal uitstekend machtig. Het Nederlands is in de huiskamer bij zijn ouders nog altijd de voertaal. In de Verenigde Staten waren aan het begin van de twintigste eeuw overigens als gevolg van een eerdere emigratiegolf nog hele gemeenschappen waar Nederlands de voertaal was.

Een bezoek aan de plaats Lethbridge brengt de herinneringen aan de Nederlandse-Canadezen die het ijshockey in Nederland zo hebben verrijkt helemaal boven. Misschien wel de beste ijshockeyer van Nederlandschen bloed werd in 1953 geboren in deze plaats, Jack de Heer. Hij woont er nu nog en runt er een drukkerij. De eeuwig topscorer van de nationale ploeg neemt bij veel oudere ijshockeyfans nog altijd een speciaal plekje in het hart in. Lethbridge biedt ook een overdaad aan winkelmogelijkheden en daarmee de kans om medicatie in te slaan voor de nog altijd voortwoekerende verkoudheden van de reizigers, aangestoken door de fotograaf.

Bij de wedstrijd tussen de lokale Hurricanes en de Vancouver Giants staat in ieder geval één speler van Nederlands bloed op het ijs, Lance Bouma van de Giants. In het programmaboekje van de Hurricanes staat ook nog Mitch Versteeg, maar die speelt op dit moment voor een lager team. In het programmaboekje aandacht voor nog twee spelers. Kris Versteeg, die tegenwoordig uitkomt voor de Providence Bruins in de American Hockey League en doelman Logan Koopmans, die in de East Coast Hockey League speelt en inderdaad familie is van.

Een beetje surfen langs de verschillende teams in de Western Hockey League en de onderliggende Alberta Junior Hockey League levert nog veel meer namen op. Als het Nederlandse ijshockey verder wil op het pad van de Nederlandse-Canadezen, zijn er best opvolgers voor Jack de Heer, Larry van Wieren en recentere spelers als Kevin Hoogsteen, Phil Groeneveld en Doug Stienstra te vinden.

Onderweg ook nog een stukje échte Canadese cultuur meegepikt. Van de oorspronkelijke cultuur van West-Canada, voor alle Europese immigranten. In het plaatste Head Smashed In Buffalo Jump werden bijna zesduizend jaar door indianenstammen grote groepen buffels naar de rand van een rots gejaagd, waar de dieren te pletter vielen. Zo hadden de stammen voor de hele winter eten, gereedschappen, kleding en onderdak. Allemaal door kleine kuddes buffels de dood in te jagen.

De komst van immigranten uit Europa maakte in slechts twintig jaar tijd een einde aan deze praktijk van duizenden jaren. Met de moderne geweren werd genadeloos jacht gemaakt op de buffels, waarbij zelfs speciale treinreizen werden georganiseerd om toeristen de kans te geven vanuit de wagon zelf een eigen buffel om te leggen. De vele duizenden buffels die over de uitgestrekte prairie van West-Canada denderden stierven bijna uit en met hen de originele inwoners, die slechts in reservaten wisten te overleven. Een beetje schuldgevoel maakt zich wel meester van de toerist in het speciale museum in Head Smashed In Buffalo Jump.

De Nederlandse invloed is een dag later ook duidelijk merkbaar in Calgary zelf. Op de Olympische ijsbaan bijvoorbeeld, waar de Nederlandse schaatsploegen met grote regelmaat opduiken om te trainen en om persoonlijke records aan te scherpen. In het museum dat gewijd is aan de Olympische Winterspelen van 1988 is een prominente plek weggelegd voor ijskoningin Yvonne van Gennip.

Terwijl buiten op de bobsleebaan de voertuigen in moordend tempo naar beneden razen, lezen wij het bord met alle medaillewinnaars in de geschiedenis van de Winterspelen. Veel Nederlandse namen natuurlijk, aangezien wij als land aardig meedoen bij het schaatsen. Bij de medailles van de spelen in 1992 echter een storende spellingsfout. Er wordt twee keer gewag gemaakt van Rintje Ritzma. Die display is vast niet door een Nederlandse-Canadees gebouwd.

Foto's: Marco Spelten