Bij dergelijke wedstrijden, niet alleen in Tilburg, spreek ik allerlei mensen. Dat is een van de leuke kanten van mijn functie. De gesprekken variëren enorm. Een enthousiaste spelervader met goede ideeën, huidige en oud bestuurders, oud spelers, vrijwilligers van de club, soms een boze supporter en vaak mensen die me gratis advies geven: ‘Weet je wat de bond zou moeten doen ….?’; en dan volgt er een welgemeend advies op allerlei vlak. Variërend van scheidsrechters aanstellen, tot sponsors werven, tot het aanstellen van bondscoaches en het ijshockey op tv krijgen.

Zo’n kleine 10 jaar geleden gebeurde dat ook. Er waren nauwelijks nog teams in de Nederlandse eredivisie en de blik van Heerenveen en Tilburg ging naar Duitsland. Noch de Duitsers, noch de NIJB, noch de Trappers gingen over één nacht ijs. Toch besloten de Trappers om het avontuur aan te gaan. Een spannend en ongewis avontuur. Bij een bezoek aan Tilburg in die tijd, wist iemand mij te vertellen dat het grote onzin was wat we gingen doen. Het zou mislukken. Het zou Tilburg kapot maken. Hoogmoedswaanzin. Het kon niks worden. De bond moest ingrijpen. Nu kon het nog tegen worden gehouden.

Een paar kampioenschappen later, wist dezelfde man me te vertellen dat hij het succes van de Trappers had voorzien. Hij was één van de initiatiefnemers geweest. Had er veel moeite voor gedaan en had veel mensen moeten overtuigen van deze schitterende kans.

Ik probeer als bestuurder rustig en mild te zijn en heb de man aangehoord. Henny Vrienten en Herman Brood zongen al: ‘Als je wint hebt je vrienden, rijen dik, echte vrienden’. Ook dacht ik aan het mooie spreekwoord: ‘Succes kent vele vaders’.

In het algemene belang van het Nederlandse ijshockey, gun ik alle vaders hun successen ook als ze de echte vaders niet zijn.


En de Trappers, nogmaals gefeliciteerd!

Jan Hopstaken
Voorzitter IJshockey Nederland