Arti­kel 4

a. Bij langdurige afwezigheid van de directeur beschikt zijn vervanger gedurende de waarneming over dezelfde bevoegdheden als de directeur. Er wordt voor zover nodig een mandaatregeling getroffen.
b. Er wordt een interne werkwijze voor de uitvoering van de waarneming vastgesteld.

Laatst gewijzigd op 13 december 2022 om 17:46