Home Regle­men­tenTuchtreglement → Artikel 10: De commissie van beroep

Arti­kel 10: De com­mis­sie van beroep

1.
a. In geval de tuchtcommissie de aanklacht geheel of gedeeltelijk ongegrond verklaart, kan het bondsbestuur van deze uitspraak, in hoger beroep komen. De aangeklaagde kan - indien de tuchtcommissie de aanklacht geheel dan wel gedeeltelijk gegrond heeft geoordeeld - van deze uitspraak in hoger beroep komen bij de commissie van beroep indien en voor zover door de tuchtcommissie een van de navolgende sancties is bepaald c.q opgelegd:
- een speelverbod van minstens vier wedstrijden;
- een geldboete van minimaal EUR 250;
- schorsing voor de periode van minimaal drie maanden;
- royement als lid;
- oplegging van strafpunten, respectievelijk ontneming van winstpunten in een competitie respectievelijk verlies van de wedstrijd met 0 5;
- gedurende een bepaalde tijd aan wedstrijden deel te nemen;
- speelverbod met automatische degradatie;
- verplichting tot het betalen van een schadevergoeding van minimaal EUR 250;
- het (uit)spelen van één of meer wedstrijden zonder publiek;
- het wijzigen van een 'thuiswedstrijd' in een 'uitwedstrijd';
- het uitspelen van een wedstrijd op de baan van de tegenstander;
- het voorschrijven van te nemen maatregelen welke een bedrag van EUR 250 overschrijden;
- beëindiging van functies en bevoegdheden;
- verbod om ooit nog of gedurende een bepaalde tijd functies, bevoegdheden of werkzaamheden te vervullen, respectievelijk te verrichten, hetzij binnen de bond of bij haar leden.
b. Het hoger beroep wordt door of namens de aangeklaagde respectievelijk het bondsbestuur ingesteld door een schriftelijke mededeling aan de voorzitter van de commissie van beroep, welke hiervoor voortdurend domicilie heeft op het adres van het bondsbureau. Deze mededeling moet door de voorzitter zijn ontvangen binnen veertien dagen nadat de aangeklaagde redelijkerwijs van de uitspraak kennis heeft kunnen nemen.
c. Bij deze mededeling kunnen bezwaren tegen de uitspraak van de tuchtcommissie worden aangevoerd. Nadien kunnen, gedurende 14 dagen nadat de gronden van de uitspraak van de tuchtcommissie redelijkerwijs bekend kunnen worden geacht, (nadere) bezwaren tegen de uitspraak van de tuchtcommissie worden aangevoerd.
2. De commissie van beroep is samengesteld uit tenminste 3 en ten hoogste 6 leden, te weten:
a. een voorzitter;
b. een secretaris;
c. één of meer plaatsvervangende voorzitters;
d. één of meer plaatsvervangende leden.
3. De leden van de commissie van beroep worden benoemd voor de duur van één jaar. Zij zijn na ommekomst van dat jaar herkiesbaar. Door de leden van de bond, door het bondsbestuur, en door de commissie van beroep kunnen kandidaten worden voorgedragen voor benoeming als lid van de commissie van beroep.
Stemming en benoeming vindt plaats op de wijze voorzien in artikel 20 van het huishoudelijk reglement.
4. De in lid 2 bedoelde personen kunnen niet zijn:
a. Lid van de tuchtcommissie;
b. Lid van het bondsbestuur;
c. Lid van de in artikel 37 van het huishoudelijk reglement genoemde vaste commissies;
d. Bondsscheidsrechter;
e. Raadsman van één der partijen in een voor de commissie gebrachte zaak.
Zij mogen niet werkzaam zijn in bezoldigde of onbezoldigde functies bij één der partijen in een voor de commissie gebrachte zaak. Zij dienen hun werkzaamheden uit te voeren zonder aanzien van personen en met eerlijkheid en onzijdigheid.
Tenminste één van hen dient jurist te zijn.
5. Door het instellen van hoger beroep wordt de tenuitvoerlegging van een bepaalde straf niet opgeschort.
6.
a. De behandeling van het hoger beroep geschiedt door de commissie van beroep.
b. De kosten van het onderzoek komen ten laste van degene aan wie een straf of maatregel is opgelegd en ten laste van de bond indien geen straf is opgelegd, behoudens verhaal op derden, alles indien bij de uitspraak niet anders is bepaald.
c. De kosten van onderzoek worden door de bondsvergadering op een vastrecht bepaald.
d. De behandeling van het hoger beroep kan eerst plaatsvinden na betaling van het onder c genoemde vastrecht.
e. Het in of krachtens dit reglement bepaalde is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
f. De commissie is bevoegd andere en/of zwaardere tuchtmaatregelen op te leggen en is overigens vrij in haar beoordeling.
g. Indien een beslissing van de commissie van beroep tot gevolg heeft dat een gedane uitspraak geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd of gewijzigd, kan daaraan door de aangeklaagde noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op het overspelen van één of meer wedstrijden.

Laatst gewijzigd op 13 december 2022 om 15:48