Home Regle­men­tenTuchtreglement → Bijlage IV: Regeling en reikwijdte Player Safety Commissie

Bij­la­ge IV: Rege­ling en reik­wijd­te Play­er Safe­ty Commissie

Ingevolge artikel 11 lid 6 van de statuten is het bondsbestuur bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies, waarvan de leden door het bondsbestuur worden benoemd en ontslagen.
Op basis van artikel 4 lid 8 van het tuchtreglement kan door het bondsbestuur een aanvullende regeling worden vastgesteld, waarbij een commissie – niet zijnde de tuchtcommissie - situaties beoordeelt en additionele schorsingen kan opleggen. Het bondsbestuur heeft hiervoor de Player Safety Commissie (hierna: commissie) ingesteld die door middel van snelrecht overtredingen beoordeelt en mogelijk bestraft. In deze regeling zijn de taken en bevoegdheden van de commissie beschreven.
Tenzij anders is aangegeven gelden in voor deze regeling de definities zoals deze zijn opgenomen in Artikel A (Begripsbepalingen) van het tuchtreglement. Onder wedstrijd kan zowel een competitiewedstrijd als een vriendschappelijke wedstrijd worden verstaan.

Artikel 1 - Reikwijdte
1.1 Deze regeling is uitsluitend van toepassing op overtredingen zoals bedoeld in artikel 4 lid 7 en Bijlage II van het tuchtreglement.
1.2 Het bondsbestuur bepaalt voor aanvang van de competitie voor welke competities de regeling van toepassing is en publiceert dit besluit als officiële mededeling zoals bepaald in artikel 27 lid 1 van de statuten.

Artikel 2 - Instelling en benoeming leden commissie
2.1 De commissie wordt ingesteld door het bondsbestuur.
2.2 De commissie is samengesteld uit ten minste 3 en ten hoogste 5 leden, waaronder in elk geval een voorzitter.
2.3 Het bondsbestuur streeft ernaar dat ten minste één lid van de commissie een jurist is en dat in de commissie verder zitting hebben, de referee in chief, een oud-scheidsrechter, een oud-speler/coach en/of oud-bestuurslid. Het bondsbestuur streeft er voorts naar dat de commissie zal bestaan uit leden die geen actieve rol hebben binnen de bond of bij Nederlandse verenigingen die zijn aangesloten bij de bond.
2.4 De voorzitter van de commissie wordt in functie benoemd.
2.5 De leden van de commissie worden door het bondsbestuur benoemd voor de periode van drie jaar.
2.6 De gekozen leden hebben zitting in de commissie vanaf de dag volgende op de benoeming. Zij treden af volgens een op te maken rooster.
2.7 Na afloop van hun termijn zijn zij steeds terstond herbenoembaar. In geval van een tussentijdse vacature zal zo spoedig mogelijk in de vacature worden voorzien. Een nieuw gekozene neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.

Artikel 3 - Onverenigbaarheden
3.1 Leden van de commissie kunnen niet zijn:
a. Lid van de tuchtcommissie;
b. Lid van de commissie van beroep;
c. Lid van het bondsbestuur;
d. Raadsman van één der partijen in een voor de commissie gebrachte zaak.
3.2 De leden van de commissie mogen niet werkzaam zijn in bezoldigde of onbezoldigde functies bij één van de partijen in een voor de commissie gebrachte zaak. De leden van een commissie mogen niet aan de behandeling van een zaak deelnemen indien zij bij de zaak betrokken zijn hetzij persoonlijk, hetzij als functionaris, hetzij als lid van een vereniging die bij de zaak is betrokken.

Artikel 4 - Beëindiging lidmaatschap commissie
Het lidmaatschap van de commissie eindigt:
a. door beëindiging van het lidmaatschap van de bond;
b. wanneer het lid niet wordt herkozen;
c. door bedanken;
d. op het moment dat het betrokken lid wordt gekozen of benoemd in een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie.

Artikel 5 - Bevoegdheden commissie
5.1 De commissie heeft de bevoegdheid om een onderzoek in te stellen en een (aanvullende) straf op te leggen voor:
a) overtredingen voor, tijdens of na afloop van wedstrijden die door de scheidsrechter zijn bestraft of mogelijk hadden kunnen worden bestraft met een Game Misconduct of Match Penalty;
b) andere ernstige incidenten of overtredingen voor, tijdens, of na afloop van een wedstrijd, die al dan niet zijn geconstateerd of bestraft door de scheidsrechter, maar wel vastgelegd zijn op beeld welke bij constatering door de scheidsrechter mogelijk hadden kunnen worden bestraft tot in ieder geval een Game Misconduct.
5.2 In het geval van een Game Misconduct volgt een automatische schorsing van ten minste 1 wedstrijd welke door de commissie zal worden beoordeeld.
5.3 De commissie onderscheidt de volgende categorieën:
a) Categorie I: geen straf of schorsing. Kwijtschelden van automatische 1 wedstrijd schorsing, mits nog niet uitgezeten voor uitspraak PSC.
b) Categorie II: lage mate van geweld en impact. 0 of 1 of 2 additionele wedstrijden schorsing, bij 0 wedstrijden in deze categorie blijft de automatische 1 wedstrijd schorsing staan.
c) Categorie III: hogere mate van geweld/agressie en impact (3 tot 4 additionele wedstrijden schorsing)
d) Categorie IV: hoge mate van geweld/agressie en impact (meer dan 4 wedstrijden schorsing).
5.4 De commissie is uitsluitend bevoegd tot het opleggen van een additionele schorsing of kwijtschelding van spelers in de Categorie I, II en III.
5.5 De commissie is niet bevoegd straffen op te leggen behorende tot Categorie IV. Indien de commissie na beoordeling vaststelt dat een overtreding mogelijk in aanmerking komt voor bestraffing met een straf uit Categorie IV, wordt de zaak door de commissie gemotiveerd doorgezet aan de tuchtcommissie.

Artikel 6 - In behandeling nemen
6.1 De commissie kan zelfstandig onderzoek instellen, na verzoek van de scheidsrechter, de scheidsrechter commissie van de bond, of een bij de wedstrijd direct betrokken vereniging.
6.2 Een verzoek tot in behandeling nemen dient te worden ingediend bij de commissie uiterlijk 24 uur na afloop van de desbetreffende wedstrijd via de wijze zoals door de bond is aangegeven.
6.3 Het verzoek kan in behandeling worden genomen op basis van:
a) Beeldmateriaal van het incident, welke van voldoende kwaliteit is dat een beoordeling redelijkerwijs mogelijk is, en,
b) het betreffende scheidsrechterrapport.
6.4 De club die over het beeldmateriaal beschikt is verplicht het beeldmateriaal aan de commissie beschikbaar te stellen indien de commissie daarom verzoekt.
6.5 De scheidsrechter is verplicht het scheidsrechterrapport aan de commissie beschikbaar te stellen indien de commissie daarom verzoekt.
6.6 De commissie kan met betrekking tot het indienen van een verzoek nadere voorwaarden stellen.
6.6 Niet tijdige of onvolledige verzoeken hoeven door de commissie niet in behandeling te worden genomen.

Artikel 7 - Beoordeling
7.1 De commissie beoordeelt uitsluitend op basis van beelden en/of het scheidsrechterrapport van de desbetreffende wedstrijd. Als er geen duidelijke videobeelden zijn, is het rapport van de scheidsrechter leidend. De beoordeling vindt plaats aan de hand van het IIHF Spelregelboek en de interpretatie daarvan. Er is geen mogelijkheid voor degene(n) tot wie zich het onderzoek richt om hetzij schriftelijk hetzij mondeling nog verweer te voeren en/of getuigen op te roepen.
7.2 De commissieleden (en indien van toepassing de secretaris) dienen over hetgeen tijdens de beraadslaging is besproken geheimhouding te bewaren.

Artikel 8 - Beslissing
8.1 Na beoordeling bepaalt de commissie of een speler additioneel wordt geschorst (en zo ja, voor hoeveel wedstrijden) of dat geen additionele straf wordt opgelegd. De commissie kan een additionele schorsing opleggen van in totaal maximaal vier wedstrijden.
8.2 De commissie kan bij de beoordeling en het bepalen van de strafmaat rekening houden met recidive (meerdere games/matches of zelfde soort overtredingen).
8.3
a. De commissie streeft ernaar te beslissen binnen 72 uur na het in behandeling nemen van een zaak en publiceert de uitspraak op de website van de bond. De uitspraak wordt bovendien schriftelijk (waaronder mede kan worden verstaan verzending per e-mail) toegezonden aan de betrokken speler, de vereniging van betrokkene, alsmede degene die de zaak aanhangig heeft gemaakt.
b. Voor Play Off wedstrijden streeft de commissie ernaar om voorafgaand aan de eerstvolgende wedstrijd waarin de betreffende speler uit kan komen een beslissing te nemen.
8.4 Indien de commissie bestaat uit een even aantal leden heeft de voorzitter een doorslaggevende stem in het geval de stemmen staken.
8.5 De commissie kan in haar uitspraak een tijdens een wedstrijd door de scheidsrechter genomen beslissing niet herzien.
8.6 De uitspraken van de commissie zijn onherroepelijk en voor alle leden van de bond bindend.

Artikel 9 - Tenuitvoerlegging
9.1 De door de commissie opgelegde schorsing (uitsluiting van deelname aan wedstrijden) wordt opgelegd voor met name in de uitspraak te noemen wedstrijden, dan wel voor wedstrijden die zijn vastgesteld in een in de uitspraak te noemen tijdsduur. De geschorste speler mag gedurende de schorsing in het geheel niet in competitieverband uitkomen.
9.2 Elke vereniging en speler is verplicht volledige medewerking te geven aan het tenuitvoerleggen van de straf.

Artikel 10 - Kosten
a) De kosten voor de administratieve afhandeling zijn:
• Bij een beoordeling in categorie I: € 0,-
• Bij een beoordeling in categorie II: € 50,-
• Bij een beoordeling in categorie III: € 100,-
• Bij een beoordeling in categorie IV: € 150,-
b) Voorleggen van een onbestrafte situatie: € 100. Deze kosten komen te vervallen bij een veroordeling.
c) Vermoeden van bewust wegdraaien van de camera bij een incident: € 50,-.

Artikel 11 - Beroep
Tegen een beslissing van de commissie staat geen beroep open.

Artikel 12 - Vaststellen en wijzigen regeling
Het bondsbestuur is bevoegd deze regeling vast te stellen en te wijzigen.

Laatst gewijzigd op 31 januari 2024 om 17:17