Home Regle­men­tenTuchtreglement → Artikel 7: Openbaar aanklager

Arti­kel 7: Open­baar aanklager

1. IJshockey Nederland kent een openbaar aanklager. De openbaar aanklager heeft tot taak - en is daartoe bevoegd - om daar waar de statuten en reglementen van IJshockey Nederland voorzien in taken van het bondsbestuur inzake tuchtrechtelijk onderzoek en tuchtrechtelijke vervolging, deze taken namens het bondsbestuur uit te oefenen.
2. De openbaar aanklager van IJshockey Nederland is bevoegd om de gestandaardiseerde afdoening zoals beschreven in bijlage II van dit reglement ten uitvoer te brengen.
3. De openbaar aanklager van IJshockey Nederland is bevoegd om in die zaken waarvan de openbaar aanklager van oordeel is dat deze aan de tuchtcommissie voorgelegd moeten worden een schikkingsvoorstel te doen, welke niet lager kan zijn dan de standaardafdoening, dan wel een taakstraf aan het betreffende lid van IJshockey Nederland voor te stellen. Indien het lid van IJshockey Nederland dit voorstel aanvaart of in het geval van een taakstraf de taakstraf naar behoren uitvoert, vervalt het recht om de zaak door de openbaar aanklager aan de tuchtcommissie voor te leggen.
4. De openbaar aanklager wordt door het bondsbestuur benoemd voor de duur van drie jaar. De openbaar aanklager is na ommekomst van die termijn terstond herbenoembaar.
5. Niet voor benoeming in aanmerking komen:
a. Leden van de Tuchtcommissie of van de commissie van beroep;
b. Leden van het bondsbestuur.
6. Zolang niet is voorzien in de benoeming van een openbaar aanklager oefent het bondsbestuur de in lid 1 bedoelde taken uit. Het bondsbestuur is bevoegd ter zake van deze taken tijdelijk een volmacht te verlenen aan een andere persoon dan de openbaar aanklager, bijvoorbeeld in het in lid 5 bedoelde geval waarin het de openbaar aanklager niet vrij staat op te treden.
7. De openbaar aanklager dient zijn of haar werkzaamheden uit te voeren zonder aanzien van personen en met eerlijkheid en onzijdigheid. Het staat de openbaar aanklager niet vrij om als openbaar aanklager op te treden in zaken waarmee hij of zij betrokkenheid heeft, bijvoorbeeld als bestuurder van een betrokken vereniging of raadsman van een betrokken speler.
8. Het bondsbestuur is bevoegd beleidsregels vast te stellen die de openbaar aanklager bij de uitoefening van zijn of haar taak in acht heeft te nemen.

Laatst gewijzigd op 13 december 2022 om 15:48