1.
a. Een door het bondsbestuur te bepalen aantal leden van het college van arbiters dient de hoedanigheid van meester in de rechten te bezitten en dient bij voorkeur te beschikken
over processuele ervaring.
b. De namen van deze leden worden geplaatst op een door het bondsbestuur aan te houden lijst A, welke tenminste de namen van drie arbiters bevat.
c. De onder b bedoelde leden kiezen uit hun midden een lid tot algemeen voorzitter van het college van arbiters.
2.
a. De overige leden van het college van arbiters worden gekozen op grond van hun praktische ervaring in onderscheidenlijke bestuursaangelegenheden, oefenmeester-aangelegenheden en/of spelersaangelegenheden.
b. De namen van deze leden worden geplaatst op een door het bondsbestuur aan te houden lijst B, welke tenminste de namen van drie arbiters bevat.
3. De leden van het college van arbiters moeten hun verkiezing alsmede hun plaatsing op een van de in dit artikel genoemde lijsten schriftelijk aanvaarden.
4.
a. Het college van arbiters wordt bijgestaan door een secretaris en diens plaatsvervanger(s), die door het bondsbestuur wordt aangewezen.
b. De secretaris en diens plaatsvervanger(s) maken geen deel uit van het college van arbiters, noch van de arbitragecommissie die met de behandeling van een zaak is belast.
5. Het secretariaat van het college van arbiters is bevestigd op het bondsbureau.
Laatst gewijzigd op 13 december 2022 om 15:48
→ Artikel 6: De algemeen voorzitter
→ Artikel 7: Arbitragecommissies
→ Artikel 9: Rechtspraak naar billijkheid
→ Artikel 10: Het aanhangig maken van een geschil
→ Artikel 13: Comparitie en getuigenverhoor
→ Artikel 14: Getuigen en deskundigen
→ Artikel 18: Veroordeling in de kosten