Home Regle­men­tenStatuten → Artikel 25: Tuchtrechtspraak door de tuchtcommissie, commissie van beroep van de bond en arbitrage

Arti­kel 25: Tucht­recht­spraak door de tucht­com­mis­sie, com­mis­sie van beroep van de bond en arbitrage

1. De in dit artikel bedoelde (tucht)rechtspraak heeft, behoudens het in lid 3 van dit artikel bepaalde, geen betrekking op de onderwerpen doping, matchfixing en/of seksuele intimidatie en betreft alle overige rechtspraak en geschillen. Op overtredingen doping, matchfixing en/of seksuele intimidatie betreffende, is artikel 26 van toepassing.
2. De Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van de Bond benutten de bevoegdheid tot schorsing en ontzetting (royement) alsmede dusdanige straffen en maatregelen op te leggen als bij afzonderlijk tuchtreglement omschreven.
3. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, heeft het lid geen toegang tot een Algemene Ledenvergadering en kan het in deze vergadering niet aan de stemmingen deelnemen, terwijl het lid bovendien gedurende deze periode ook andere aan het lidmaatschap verbonden rechten kunnen worden ontzegd.
4.
a. Royement kan alleen worden uitgesproken indien een lid in ernstige mate in strijd met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de Bond handelt of de Bond op onredelijke wijze benadeelt.
b. Royement kan slechts worden uitgesproken, indien het gaat om zaken anders dan doping, matchfixing en/of seksuele intimidatie, door de in het tweede lid genoemde commissies.
c. Nadat tot royement is besloten, wordt het betrokken lid ten spoedigste door middel van een aangetekend schrijven van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld.
d. Het betrokken lid is bevoegd binnen één maand na ontvangst van deze kennisgeving in beroep te gaan bij de Commissie van Beroep. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande dat het betrokken lid voor het voeren van verweer toegang heeft tot de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering en bevoegd is aldaar ter zake het woord te voeren. Het betrokken lid is tevens bevoegd zich in bedoelde vergadering te doen bijstaan.
5.
a. Geschillen welke samenhangen met ijshockey tussen:
- leden van de Bond onderling;
- leden van de Bond en het Bondsbestuur;
- Verenigingsleden en Verenigingen, met uitzondering van geschillen welke voortvloeien uit de financiële verplichtingen die deze Verenigingsleden hebben jegens de Vereniging waarvan zij lid zijn of waarbij zij zijn aangesloten;
- Verenigingsleden en het Bondsbestuur;
- Verenigingen onderling, worden met uitsluiting van de burgerlijke rechter onderworpen aan arbitrage van de Bond.
b. De samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van het college van arbiters en de arbitragecommissie worden nader geregeld bij afzonderlijk arbitragereglement.
c. Het in dit lid genoemde arbitragereglement wordt vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering.

Laatst gewijzigd op 13 december 2022 om 15:47